Je bent hier:

EEN HISTORISCHE LOCATIE

Voor de herdenking van de vijftigste verjaardag van België ontwerpt architect Gédéon Bordiau een groot park op de Linthoutvlakte, het vroegere oefenterrein van de Civiele Bescherming, met daarin twee grote tentoonstellingspaleizen verbonden door een lange halfronde galerij die in het midden doorsneden wordt door een monumentale arcade. Alles is nog niet klaar in 1880 voor de inhuldiging van de grote Nationale Tentoonstelling gewijd aan handel en industrie. Om de schijn op te houden, worden de bovenste delen van de galerij en de boog snel opgetrokken in hout en stucwerk.

Na het succes van deze eerste tentoonstelling volgden andere grote evenementen en werden in 1888, 1897 en 1905 grote internationale tentoonstellingen gehouden. In 1888 kreeg de site de naam ‘’Parc et Palais du Cinquantenaire’’ (Park en Paleis van het Vijftigjarig Jubileum).

1880 - Célébration des 50 ans de la Belgique
Arc de Triomphe du Cinquantenaire

Na de dood van Bordiau in 1904 benoemde koning Leopold II de Fransman Charles Girault, die de leiding had over het Petit Palais in Parijs, tot architect om het project voort te zetten dat zou leiden tot de bouw van de huidige arcade in 1905, ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid. Dezelfde Charles Girault werd ook belast met het ontwerp van het huidige Afrika Museum in Tervuren. In 1946 verwoestte een brand de rechtervleugel, symmetrisch met onze Bordiau-hall. Het gebouw werd heropgebouwd om er het Museum voor Kunst en Geschiedenis in onder te brengen, en dat in een neoklassieke stijl die sterk verschilt van het oorspronkelijke paleis.

Vanaf 1930 werden de grote tentoonstellingen gehouden in de nieuwe tentoonstellingshallen op het Heizelplateau.